De Vierde Industriële Revolutie

Thera Van Osch
25 min readMay 2, 2021

Uitdaging voor een nieuw economisch model

Ons economisch systeem vaart nog steeds op de paradigma’s van het oude economische model, waarvan het grondpatroon is gelegd tijdens de 1e en 2e Industriële Revolutie, alsof het kompas van een zeilschip nog steeds bruikbaar is voor het besturen van quantum computers van de 4e Industriële Revolutie. Dit essay exploreert de economisch veranderingen van de 4e Industriële Revolutie. We zien consumenten veranderen in algoritmes. De markteconomie verandert in een surveillance economie. De scheiding tussen wonen en werken vervaagt. Informatie over ons privéleven wordt grondstof voor computers van Big Tech giganten, en de CEOs van Facebook en Twitter zijn inmiddels machtiger dan de president van de USA. Welke veranderingen zijn er nodig in de economie opdat de 4e Industriële Revolutie[1] bijdraagt aan een vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenleving, waarin de zorg voor mens en milieu centraal staan?

Consumenten: het paradigma van de ‘homo economicus’

Het centrale kompas van het huidige neoliberaal economisch denken is het paradigma van de economische mens (homo economicus), het rationeel handelende individu dat de uiteindelijke verklaring vormt voor de efficiënte allocatie van schaarse goederen die dankzij het marktmechanisme tot stand komt. Het kompas wordt theoretisch onderbouwd met de Wetten van Gossen[2] over de rationele consument, wiens vraag naar goederen en diensten afhankelijk is van het nut dat hij/zij hieraan toekent. Dit eendimensionale mensbeeld is een theoretische constructie van een autonoom individu, dat uitsluitend handelt op basis van rationele beslissingen om een maximale behoeftebevrediging te bereiken tegen minimale kosten zonder rekening te houden met anderen. In het echte leven zou zo’n persoon ingedeeld worden in de categorie van mensen met een asociale gedragsstoornis[3].

Dit eendimensionale mensbeeld is echter ‘de norm’ in de markttheorie en wordt verondersteld universeel en ahistorisch te zijn. Vanuit deze norm modelleert en consolideert de economische wetenschap (en het daarop gebaseerde beleid) de maatschappij vanuit een selectief gezichtspunt, waarin het marktdenken centraal staat. Menselijke verhoudingen worden hierin gereduceerd tot ruilverhoudingen. Ruilverhoudingen worden verklaard vanuit het paradigma van de autonome rationele consument (handelend op basis van de grensnutcurves van de Wetten van Gossen), en dat verklaart weer vraag en aanbod op de markt, evenals de efficiënte en rationele inzet van beschikbare middelen, menskracht en kapitaalgoederen. De hele markttheorie staat of valt met dit paradigma, zonder welk het theoretische bouwwerk van de vrijemarkteconomie instort als een kaartenhuis.

Verschillende economen hebben dit paradigma ter discussie gesteld, waaronder Richard Thaler[4], Nobelprijswinnaar voor de Economie in 2017, die psychologische analyses over menselijk gedrag verbindt met de economie. Feministische economen hebben aangetoond dat het paradigma van de rationele consument op gezinsniveau en in gemeenschappen niet opgaat, omdat het privéleven meer is dan een groep van autonome consumenten. In privé-huishoudingen wordt de besluitvorming ook beïnvloed door de machtsverhoudingen tussen de seksen en tussen generaties, evenals door gevoelens van verbondenheid, zorg voor elkaar, liefde, solidariteit, altruïsme, en andere niet-rationele motieven die indruisen tegen de Wetten van Gossen.

Met de 4e Industriële Revolutie (4IR) wordt het paradigma van de autonome rationele consument geheel om zeep geholpen. Big Tech met gigantische hoeveelheid data over menselijk gedrag laat zien dat mensen geen eendimensionale rationele consumenten zijn, en dat emoties, gemoedstoestanden, idealen, idolen, machtsverhoudingen, spiritueel bewustzijn, en andere ervaringen van invloed zijn op het consumentengedrag. Dankzij de sociale media delen de mensen deze ervaringen. De Wetten van Gossen worden vervangen door de heerschappij van het Algoritme.

De heerschappij van Algoritmes

De 4e Industriële Revolutie (4IR) is in de take-off fase. Productiebedrijven gebruiken algoritmes om hun winst te maximaliseren door vergroting van de omzet en verlaging van de kosten. De nieuwe trends in de industrie betreffen de toepassing van een combinatie van de nieuwste technologieën (zie voetnoot 1) om structurele veranderingen door de hele waardeketen tot stand te brengen, van grondstofdelving tot verkoop van het eindproduct. Het betreft veranderingen om sneller en flexibeler te produceren en te werken met kleinschalige modulaire installaties die producten op maat maken; toeleveringssystemen die zich makkelijk aanpassen aan veranderingen in het productieproces; automatisering op alle niveaus van het bedrijfsproces; decentralisatie van productieprocessen; en ecologische efficiëntie voor naleving van de steeds complexere milieuregelgeving. De industriële voorlopers in dit proces worden “Lighthouse Manufactorers” genoemd, en maken deel uit van het “Global Lighthouse Network”, een platform van het “World Economic Forum”, dat deze 4IR promoot onder het motto van “The Great Reset in Manufacturing”.[5]

Of je wilt of niet, bijna iedereen is er direct of indirect bij betrokken. Ongemerkt worden grote hoeveelheden gegevens en beeldmateriaal over ons verzameld en door computers verwerkt, waaruit vervolgens ons “profiel” kan worden vastgesteld, en ons gedrag kan worden voorspeld.

Door het gebruik van algoritmes kunnen beslissingen worden geautomatiseerd. Dit is kunstmatige intelligentie (AI — Artificial Intelligence). Door het verzamelen en analyseren van informatie over het gedrag van miljoenen mensen kunnen computers de behoeften van (potentiële) klanten voorspellen, zelfs voordat ze zelf hiervan bewust zijn. Bestel je bijvoorbeeld een boek bij Amazon, dan krijg je meteen een serie aanbevelingen van gerelateerde boeken die inderdaad ook je interesse hebben, maar waarvan je het bestaan niet vermoedde. Via je posts op Facebook kan de computer vrij exact voorspellen wanneer de kans het grootst is dat je een bepaald product koopt, zoals een paar schoenen van je voorkeurmerk, die precies passen bij de kleding die je hebt aangeschaft voor het cruciale sollicitatiegesprek over drie dagen. Zodra de advertentie van die schoenen op je beeldscherm verschijnt met de mededeling dat ze de volgende dag gratis bezorgd worden als je nu besluit te kopen, dan is de kans groot dat je bent verkocht.

Banken en financiële instellingen gebruiken voorspellende algoritmes om de kredietwaardigheid van mensen te laten vaststellen door de computer op basis van gegevens die verzameld zijn over leeftijd, gezondheid, inkomen, eigendom, gegevens van incassobureaus, etc.

De overheid gebruikt voorspellende algoritmes om het werk van ambtenaren te automatiseren. De belastingdienst kan algoritmes toepassen om de belastinginkomsten te maximaliseren, en belastingfraude te minimaliseren. De politie kan algoritmes toepassen om te anticiperen op crimineel gedrag en preventief toezicht te houden op personen die volgens computeranalyses van data over leeftijd, afkomst, wijk, kleur, gezinssamenstelling, inkomsten, studie, werk, etc., een hoog risico lopen om tot criminaliteit over te gaan.

Automatisering van besluitvorming met voorspellende algoritmes kan heel nuttig zijn, het leven van mensen vergemakkelijken, en tijd uitsparen. Maar er zitten ook gevaren aan, wanneer vooroordelen mee sluipen in de programmering, waardoor het gebruik van algoritmes kan leiden tot institutionalisering van discriminatie en etnisch profileren van bepaalde groepen van de bevolking. Bijvoorbeeld Facebook geeft adverteerders de mogelijkheid om hun doelgroep te bepalen op basis van sekse, religie, burgerlijke staat, land van herkomst, etc. In 2018 werd Facebook aangeklaagd door het Amerikaanse ‘Department of Housing and Urban Development’[6] wegens het schenden van de ‘Fair Housing Act’, omdat bepaalde bevolkingsgroepen in de VS uitgesloten werden van informatie over leegstaande huizen. Vooroordelen kunnen binnensluipen in algoritmes. Bijvoorbeeld, jongeren uit arme gezinnen die hun school niet hebben afgemaakt en een Afro-Europees signalement hebben, lopen grote kans dat de politie hen op basis van hun algoritme vaker gaat verdenken en aanhouden. Ook gender-stereotyperingen sluipen onbewust binnen in de algoritmes, waardoor ongelijke rechten en kansen van mannen en vrouwen worden geconsolideerd of zelfs versterkt.

Uiteindelijk wordt ons leven zelf koopwaar in handen van een paar Big Tech giganten die onze persoonsgegevens verzamelen, vermarkten en daarmee grote wisten maken. Hoe vrij is de vrije markt nog indien algoritmes in handen van het bedrijfsleven de plaats hebben ingenomen van de autonome consumenten?

Surveillance economie

De econome Shoshana Zuboff van de Harvard Business School beschrijft in haar boek ‘The Age of Surveillance Capitalism[7] hoe de mensen die gebruik maken van de sociale media, waaronder Google en Facebook, in feite ‘grondstof’ zijn voor deze mediagiganten, die de persoonsgegevens verwerken tot voorspelbare gedragsmodellen, ofwel algoritmes. Ze bieden een gratis platform aan miljoenen gebruikers om hun gedachten te publiceren, te communiceren, foto’s en filmpjes te posten, inhoud te delen, ‘likes’ uit te delen en te ontvangen, en het laatste nieuws te lezen. In december waren er dagelijks 1,8 miljard mensen actief of Facebook. Geen enkele krant of tijdschrift bereikt zo’n groot publiek, en doelgericht adverteren in sociale media is daarom aantrekkelijk voor veel bedrijven. De omzet van Facebook in 2020 was bijna US$ 86 miljard, hoofdzakelijk dankzij reclame-inkomsten van adverteerders, en het bedrijf boekte een nettowinst van US$ 11,2 miljard[8].

Het Surveillance Kapitalisme (Toezichtkapitalisme) houdt toezicht op de gebruikers van de sociale media en eigent zich alle gedeelde menselijke ervaringen toe om te gebruiken als grondstof voor computerprogramma’s die hieruit algoritmes produceren die het gedrag voorspellen. Deze data zijn eigendom van het bedrijf. Voor een deel worden ze gebruikt voor verbetering van de digitale dienstverlening, en voor een ander deel voor de marketing.

In de concurrentiestrijd om een groot marktaandeel te veroveren en de winst te maximaliseren, zijn mediagiganten genoodzaakt steeds meer informatie aan mensen te onttrekken om hun gedrag beter te kunnen voorspellen. Zuboff noemt dit ‘the extraction imperative’ (de noodzaak van extractie) van het surveillance kapitalisme [9]. Doordat de surveillance economie in de eerste plaats functioneert volgens de logica van het kapitalisme, zal het in de kern streven naar kapitaalsaccumulatie en het economisch rationaliteitsprincipe toepassen. Dat wil zeggen, het vergaren van persoonsgegevens (grondstof) tegen de laagst mogelijk kosten, en het verwerken hiervan tot winstgevende producten of diensten.

Het surveillance Kapitalisme is dus geen ‘nieuwe economische orde’, maar eerder een ‘nieuwe manifestatie’ van het kapitalisme. Het voltrekt zich sluipenderwijs en stap voor stap, zodat mensen eraan gewend raken dat hun persoonlijke gegevens worden onttrokken en gebruikt voor andere doeleinden. Protesten wegens privacy schending worden zo lang mogelijk genegeerd door de mediagiganten in de hoop dat ze wegebben. Houden de protesten aan, dan worden aanpassingen voorgesteld, en de aandacht afgeleid naar andere zaken. Het uiteindelijke doel, namelijk het onttrekken van persoonlijke gegevens blijft onaangetast. Er worden alleen nieuwe strategieën bedacht voor het bereiken van dit doel. Zuboff noemt dit proces de “dispossion cycle” (beschikkingscyclus), waarbij het doel niet veranderd, maar nieuwe wegen naar dit doel uitgestippeld.

Directe ‘persoonsgegevens’ worden niet langer verkocht, maar met deze gegevens worden voorspelbare modellen en algoritmes gemaakt, waardoor adverteerders doelgericht potentiële klanten kan bereiken. Daarvoor worden krachtige computers met ‘machine learning’ software ingezet, en AI-specialisten ingehuurd. Het gaat daarbij niet alleen om schaalvergroting (economics of scale), maar ook om vergroting van de reikwijdte van economisch handelen (economics of scope) [10]. Zuboff verwijst hiermee naar het proces, waarbij gegevens niet alleen onttrokken worden aan online-activiteiten, maar ook aan het offline leven van mensen. Dingen worden verbonden met internet om gegevens te kunnen verzamelen. Met de Internet of Things (IoT) die verkocht worden om ons leven ‘te vergemakkelijken’, zoals matrassen, koelkasten, of camera’s met een chip voor internetverbinding, kan in principe alles worden afgetapt. Onze stem, gezichtsuitdrukkingen, slaapgewoontes, gedrag in het verkeer, kijkgedrag op tv, eetgewoontes, tot en met onze intieme ervaringen kunnen worden gescand, geanalyseerd, en opnieuw vervaardigd in voorspelbare gedragsmodules, die in de surveillance economie lucratief zijn [11].

In de heftige concurrentiestrijd van de 4IR zijn ‘economics of scale’ en ‘economics of scope’ niet meer voldoende, maar zijn ook ‘economics of action’ vereist om een concurrentievoordeel te behouden in het toezichtkapitalisme. Met ‘deep learning’ kunnen computerprocessen niet alleen ons gedrag voorspellen, maar het ook manipuleren en in bepaalde richtingen duwen. Zuboff [12]noemt als voorbeeld het spelletje ‘Pokémon Go’ van het bedrijf Niantic, dat gebruik maakt van Google Maps, en toegang heeft tot de camera, de contacten, en audiogegevens van het computerspelletje, zodat gamers kunnen worden gevolgd en rondgeleid op straat. Daardoor kunnen de spelers ook naar specifieke plekken worden geleid, zoals naar pizzeria’s, parken, of theehuizen. Een Pizza-bar in New York had US$ 10,- voor een advertentie betaald om Pokémon spelers te trekken, waardoor virtuele wezens op de barkrukken en in het toilet van de pizzeria werden geplaatst. In het eerste weekend steeg de omzet van de pizzeria met 30% en later zelfs tot 70%.

Dit voorbeeldje is een van de velen dat aangeeft dat de 4IR het technisch mogelijk maakt op iedereen toezicht te houden, en het gedrag van mensen te voorspellen en te manipuleren. De digitale architectuur die door de sociale mediagiganten is ontwikkeld vanuit het belang van winstmaximalisatie voor eigenaren en aandeelhouders, heeft echter ook zijn impact op de wereldpolitiek, en kan de democratie ondermijnen door het verspreiden van leugens en het manipuleren van kiezers. Potentieel ligt ook het gevaar op de loer dat gegevens in handen vallen van totalitaire regimes. De geschiedenis van fascistische en nazi-regimes laat zien wat er kan gebeuren als geheime diensten toegang krijgen tot dit soort informatie.

Iedereen die actief is op internet heeft een algoritme. Dat wordt automatische gegenereerd door de zoekmachines en instellingen van Amazon, Facebook, Twitter, Google, Yahoo, Instagram, Pinterest etc. Voor je het weet zit je in een bubbel en krijg je steeds meer van dezelfde soort informatie voorgeschoteld. De bubbel rondom de twitterende president Trump kon jarenlang groeien, omdat Twitter en Facebook zijn account faciliteerden en daaraan veel konden verdienen, dankzij de miljoenen volgers, die allemaal reclameboodschappen voorgeschoteld kregen. Doordat Trump zijn Twitteraccount onder meer gebruikte om verdeeldheid te zaaien, mensen te schofferen, leugens te verspreiden, samenzweringstheorieën te legitimeren, angst en geweld aan te wakkeren, kwamen zijn volgers in de fuik van samenzweringstheorieën terecht, en begonnen heilig te geloven in de leugens en absurde en angstaanjagende verhalen van obscurantistische groepjes. Pas toen het volledig uit de hand liep met de bestorming van het Capitol op 6 januari 2021, die een bedreiging vormde voor de Amerikaanse democratie, besloot de top van Twitter en Facebook het account van Trump te sluiten, mede onder druk van verontruste klanten en bedrijven die dreigden met stopzetting van hun advertenties.

Bovengenoemd voorbeeld toont aan dat de democratie op twee manier ondermijnd wordt: Enerzijds door demagogen (zoals Trump), geheime diensten (zoals hackers die verkiezingen willen beïnvloeden), of verspreiders van samenzweringstheorieën (zoals de angst zaaiende QAnon), die doelbewust de massa manipuleren om bepaalde machtposities te behouden, te veroveren, of omver te werpen. Anderzijds door de CEOs van mediagiganten die eigenaar zijn van de digitale architectuur, die met algoritmes en AI grote massa’s kunnen controleren en manipuleren, en die uiteindelijk de macht hebben om een twitterende president het zwijgen op te leggen door zijn account te sluiten. In de praktijk beschikken deze CEOs over meer informatie dan geheime diensten, en meer macht dan regeringen.

De macht van mediagiganten heeft met name in de Europese Commissie vragen opgeroepen over de controle van persoonlijke gegevens van internetgebruikers. De Commissie wil meer transparantie afdwingen bij bedrijven als Google, Twitter en Facebook, maar loopt een beetje achter de feiten aan, omdat technologische ontwikkelingen in een versnelling zijn gekomen, mede door de COVID-19 pandemie, waardoor online werken een sterke impuls heeft gekregen. De meest recente regelgeving gaat vooral over bescherming van consumentenrechten bij e-commerce. Er staat echter veel mee op het spel, omdat de 4IR het totale leven van de mensheid transformeert.

Economische waarde

Economische waarde wordt uitgedrukt in geld. Maar wat is geld? Het is een rekeneenheid, fiduciair geld, dat functioneert op basis van gedeeld vertrouwen. De overheid, de Centrale Bank en de financiële sector spelen een cruciale rol om het algemene vertrouwen in het geld als ruilwaarde en rekeneenheid te handhaven.

De werkelijke waarde van het geld ligt in de reële economie. Over de grondslag van de waarde is er in de geschiedenis van het economisch denken heel wat discussie gevoerd. Grof gezegd zijn er twee richtingen te onderscheiden: De objectieve waardeleer en de subjectieve waardeleer.

De objectieve waardenleer stamt uit de tijd van de Klassieke Economen (1780–1880). Zij verklaren de prijs uit de hoeveelheid arbeid die nodig is om iets te produceren. De Schotse econoom Adam Smith (1723–1790) onderscheidt gebruikswaarde en ruilwaarde van goederen. Drinkwater heeft een hoge gebruikswaarde (nuttigheid) omdat mensen het dagelijks nodig hebben om te overleven, maar het heeft een lage ruilwaarde omdat het goedkoop is. Diamanten daarentegen hebben een lage gebruikswaarde voor de mens om te overleven, maar hun ruilwaarde is hoog. Met behulp van de arbeidswaardeleer probeert Smith de ‘diamant/water paradox’ op te lossen. Diamant is duurder dan drinkwater omdat de productie ervan veel meer arbeid vergt. Ook David Ricardo (1772–1832) is van mening dat de arbeidswaarde bepalend is voor de prijs van goederen op de markt. Hij ontwikkelde o.a. de wet van het comparatief kostenvoordeel in de internationale handel, waardoor het ene land meer arbeidsuren nodig heeft voor het produceren van hetzelfde product als het andere land[13]. Karl Marx (1818–1883) was een van de laatste klassieke economen die arbeidswaardeleer aanhingen. In zijn hoofdwerk “Het Kapitaal” (1867) gebruikt hij de arbeidswaardeleer om de uitbuitingsgraad van de arbeiders aan te tonen en de meerwaarde te berekenen, die de bezitters van de productiemiddelen (kapitalisten) zich toe-eigenen, om van daaruit de klassentegenstellingen te verklaren.

De objectieve arbeidswaardeleer heeft niet alleen het onderspit gedolven in de scholenstrijd tussen economen, en plaats moeten maken voor de subjectieve waardenleer, maar is in het licht van de 4IR ook minder relevant geworden. Menselijke arbeid wordt namelijk overgenomen door robots en kunstmatige intelligentie (AI). Gegevens over menselijk gedrag zijn in de 4IR waardevoller als ‘grondstof’ voor ‘deep machine learning’ voor gerobotiseerde productieprocessen, dan menselijke arbeid ‘an sich’.

De subjectieve waardeleer werd ontwikkeld door de Neoklassieke economen (1870-heden) en gaat ervan uit dat elke persoon handelt vanuit eigen belang en op rationele wijze beslissingen neemt met het doel een zo groot mogelijk nut te bereiken. Het is niet de arbeidswaarde die opgesloten ligt in een product, maar het marginale nut of grensnut dat de individuele consument toekent aan het eindproduct, op basis waarvan hij/zij bereid is een bepaalde prijs ervoor te betalen. Met andere woorden, de prijs op de markt is wat de consument ervoor geven wil (subjectieve waarde). Hun theorie is gefundeerd op micro-economische analyses over marginaal nut (grensnut), later uitgebreid met concepten zoals marginale kosten, marginale productiviteit en marginale winst. De subjectieve waardeleer[14], het totaal van de nutsfuncties van alle consumenten die via hun koopgedrag een optimale behoeftebevrediging nastreven, bepaalt de vraag naar goederen en diensten op de markt.

Deze subjectieve waardeleer, gebaseerd op de grensnuttheorie, die uitgaat van autonome rationeel handelende consumenten, is niet langer houdbaar in de surveillance economie. Allereerst omdat de algoritmes aantonen dat mensen allesbehalve autonome rationeel handelende individuen zijn, en dat beslissingen van consumenten vaak genomen worden op basis van emoties, onder druk van bijzondere omstandigheden, of vanuit principes van solidariteit of altruïsme. Op de tweede plaats omdat mensen door de sociale media in een fuik gesluisd worden waardoor ze gemanipuleerde individuen worden, in plaats van autonome individuen. Ten derde zien we het verschijnsel dat het gedrag en de levensstijl van mensen zelf economische waarde krijgen[15]. De ‘waarde’ van mensen wordt bepaald door het aantal volgers dat ze hebben op internet, bij Twitter, Facebook, Instagram, Pinterest, etc., waardoor ze zelf een online business kunnen opzetten, of cash in het laadje brengen van de mediagiganten dankzij de advertentie-inkomsten waarmee ze deze volgers kunnen bedienen.

Noch de objectieve, noch de subjectieve waardenleer blijken toepasbaar op de nieuwe economische realiteit van de 4IR. Met de 4IR wordt de economische waarde verlegt naar informatie en dataverzameling over gedrag, levensstijlen en intrinsieke waardes, die verwijzen naar intelligentie, kennis, gevoelens, en onderlinge verhoudingen. Het toepassen van technologie waardoor machines deze intrinsieke waardes kunnen overnemen, en als mensen gaan leren redeneren, begrijpen, plannen en taken uitvoeren, ligt ten grondslag aan de 4IR. Door het vergaren, verwerken, toe-eigenen en vermarkten van deze intrinsieke waardes beschikken Facebook, Twitter en Google inmiddels over meer macht dan alle banken en de overheid samen.

Artificial Intelligence (AI) en Robotisering van de arbeid

In ons huidig economisch model heeft arbeid pas waarde wanneer het een prijs heeft op de markt, bijvoorbeeld in de vorm van loon, salaris, bonus, winstdeling of commissie. Op de arbeidsmarkt en in onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers komt de prijs van arbeid tot stand. De maatschappelijke status van een persoon hangt samen met de hoogte van haar of zijn ruilwaarde op de arbeidsmarkt. Je doet pas mee aan de samenleving als je een betaalde baan hebt. Mensen zonder betaalde baan staan onderaan de maatschappelijke ladder, en krijgen te maken met een stigmatiserend en discriminerend mensbeeld dat zelfs in de Nederlandse Participatiewet is vastgelegd[16].

Met de ontwikkeling van AI en de robotisering van de economie, zullen steeds meer werkzaamheden van mensen worden overgenomen door robots, zoals we onder meer zien in de auto-industrie, de klantenservice, transport, logistiek, communicatie, mijnbouw, en de zorgsector. Door inzet van robots en AI neemt de productiviteit van bedrijven toe, en gaan banen verloren. In eerste instantie zullen gemakkelijk vervangbare werkzaamheden worden gerobotiseerd, waardoor de laagbetaalde banen verdwijnen. Het vervangen van banen op besluitvormend niveau en van hoogopgeleiden vergt meer investering, met name in kunstmatige intelligentie, en zal na verloop van tijd ook leiden tot verlies van werkgelegenheid in de top. Uiteindelijk blijft een kleine elite van hoogopgeleide mensen over die nog werk hebben in het productiesysteem van de 4IR.

Blijft de 4IR doordraaien op de vooronderstellingen van het oude economische model, dan zal dit leiden tot een verdere tweedeling van de samenleving, met toenemende inkomensongelijkheid tussen de kleine elite van hoogopgeleiden, en de grote massa van werklozen en werkzoekenden wiens banen zijn vervangen door slimme machines. De arbeidskosten van bedrijven zullen dalen, waardoor de overheid loonbelasting gaat mislopen. Dit systeem wordt op den duur onhoudbaar, aangezien de overheid niet meer in staat zal zijn het oude stelsel van sociale zekerheid in stand te houden. Reden voor Bill Gates, wiens bedrijf Microsoft een cruciale rol speelt in de 4IR, om te pleiten voor belastingheffing op robots die de banen hebben weggenomen van mensen[17].

Het economisch denkkader zit nog steeds vast aan het oude mensbeeld dat is ontstaan tijdens de eerste industriële revolutie, waarin productief-zijn een centraal kenmerk werd voor menselijk gedrag. Vanaf die tijd gingen werkgevers menselijke ijver meten in termen van productiviteit, om uit te rekenen hoeveel werknemersuren kosten (arbeidskosten) en hoeveel ze opbrengen (winst). Mensen ontleenden hun identiteit aan hun baan, hun productiviteitsniveau, hun salarisniveau en hun werkgever. De onzekerheid en angst wegens het verdwijnen van banen als gevolg van de 4IR, leidt ertoe dat veel mensen in een identiteitscrisis raken, het gevoel hebben dat hen onrecht is aangedaan, en hiervoor zondebokken zoeken[18].

De grootste blinde vlek in het economische model is de totale onzichtbaarheid van de omvang van alle onbetaalde levens-essentiële werkzaamheden. Het is juist deze arbeid die intrinsieke waarde heeft die niet te koop is op de markt, zoals de waarde van aandacht en liefde voor elkaar, de waarde van ondersteuning en zorg voor familie, vrienden en kennissen. Werkzaamheden die geen prijs hebben op de markt — waaronder huishoudelijke arbeid, opvoeden van kinderen, vrijwilligerswerk, en mantelzorg — tellen niet mee in het BNP, en worden niet genoemd in de economische statistieken, ondanks dat het aantal arbeidsuren in de onbetaalde sector hoger is dan in alle betaalde sectoren samen. In de statistieken van het CPB heeft arbeidsparticipatie alleen betrekking op de beroepsbevolking met een betaalde baan of op zoek naar een betaalde baan. Maatschappelijke participatie wordt pas erkend zodra iemand een betaalde baan heeft. Alleen mensen die (potentiële) ruilwaarde (loon, salaris, commissie, etc.) hebben op de arbeidsmarkt, zijn economisch relevant. Dit is het centrale probleem van de 4IR. Dit stigmatiserende mensbeeld verklaart mensen als ‘inactief’ of ‘nutteloos’ zodra zij niet langer met hun werk en inzet kunnen bijdragen aan winstmaximalisatie en groei van het BNP. We moeten af van dit eendimensionale verouderde mensbeeld uit de eerste en tweede industriële revolutie[19]. De 4IR biedt kansen voor een meer holistisch mensbeeld en spirituele transformatie in een samenleving waarin ieder mens telt en gebruik kan maken van haar of zijn mensenrechten.

De levens-essentiële thuiseconomie

De eerste industriële revolutie leidde tot een scheiding van woon- en werkplaats. Familiebedrijven die ambachten en huisnijverheid uitoefenden waren niet in staat te concurreren met de industrie, en mensen werden de fabrieken in gedreven. Aanvankelijk gingen volledige gezinnen werken in de fabrieken en mijnen, omdat ze gewend waren als familie samen te werken. Door inzet van de arbeidersbeweging werd kinderarbeid verboden, en het kostwinnersprincipe gepromoot met de vrouw als huisvrouw, afhankelijk van het loon van de man, en belast met de onbetaalde huishoudelijke en zorgarbeid voor de dagelijkse reproductie van huidige en toekomstige generaties van arbeiders. Wereldwijd verrichten vrouwen nog steeds 76,2% van de totale uren onbetaald zorgwerk — meer dan driemaal zoveel als mannen.

In de economische theorie is deze scheiding tussen woon- en werkplaats vertaald in ‘consumptie- en productie-eenheden’. In lijn met de eenzijdige opvatting over de waarde van arbeid, telt onbetaalde arbeid niet mee, omdat het geen prijs heeft op de arbeidsmarkt. In econometrische modellen worden huishoudens weergegeven als Consumptievergelijkingen en voorgesteld als ‘C’ van ‘Consumptiehuishouding’. Op deze wijze wordt in het macro-economisch model het niveau van de consumptie van gezinnen bepaald, gegeven hun inkomen en vermogen. Het idee dat mensen thuis alleen maar consumeren, ontkent en negeert de essentiële bijdrage van de onbetaalde thuisarbeid aan de economie.

In de 4IR wordt het privéleven grondstof waarmee computers gevoed worden voor het creëren van AI, robotisering en IoT. Huishoudens worden daardoor deel van de productieve waardenketen. In het economisch model blijven ze echter gedefinieerd als consumptie eenheden, zodat deze grondstofleveranties gratis onttrokken kunnen worden onder toezicht van de Big Tech companies.

De COVID-19 lockdown van onze economie leidde tot de wonderbaarlijke openbaring, dat gezinshuishoudingen meer zijn dan consumptie-eenheden. De verborgen, genegeerde en onbetaalde thuiseconomie absorbeerde in een mum van tijd grote delen van het bedrijfsleven en de overheid, en speelde een cruciale rol bij het draaiende houden van de overheidsinstanties, van de onderwijssector, de gezondheidssector, en grote delen van het bedrijfsleven. De scheiding wonen-werken viel weg en zonder enige kosten voor de overheid hield de thuiseconomie het systeem draaiende, en expandeerde met nieuwe functies, waaronder virtueel onderwijs, zorg voor patiënten waarvoor geen plaats meer was in ziekenhuizen, digitale economische activiteiten zoals administratief werk, klantenservice, online coaching en advies, virtuele vergaderingen van bedrijven en overheden, desktop-onderzoek, journalistiek, virtuele exposities van kunst en online concerten en entertainment. Daarentegen stortten grote delen van de erkende formele bedrijven in als een kaartenhuis, en moesten met miljarden euro’s van de overheid op de been gehouden worden.

De lockdown heeft aangetoond dat de thuiseconomie meer is dan een optelsom van ‘consumptie-eenheden’. Het is een fundamenteel levensondersteunend systeem met een enorme veerkracht en aanpassingsvermogen, waarop de formele economie rust. Deze realiteit staat in schril contrast met de eendimensionale visie van het neoliberale macro-economisch model dat huishoudens reduceert tot een consumptievergelijking.

De scheiding tussen consumptie- en productie-eenheden is een van de oude economische paradigma’s die niet meer passen bij de nieuwe realiteit van de 3e en 4e Industriële Revolutie, die decentralisatie van werkprocessen mogelijk maakt en nieuwe kansen creëert voor thuisproductie en dienstverlening in een grote verscheidenheid aan banen. De lockdowns van de COVID-19 pandemie hebben dit decentralisatieproces versneld, en met de 4IR zal het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) naar verwachting nog sneller gaan stijgen.

Aanzetten voor nieuwe economische benaderingen voor de toekomst

De 4IR is nog maar net aan de gang. In Juni 2020 waren er 54 bedrijven wereldwijd die deze technologische transformatie hebben doorgevoerd in de hele waardeketen[20]. De contouren van de transformatie van de samenleving worden zichtbaar, maar de paradigma’s en vooronderstellingen van ons economisch model stammen nog steeds uit de tijd van de 1e en 2e industriële revolutie. Het is zoiets als een quantum-computer voor “deep learning’ aansturen met de kracht van een stoom machine.

De 4IR biedt kansen voor een economische reset, en het ontwikkelen van een nieuw inclusief economisch model dat gebaseerd is op mensenrechten en zorg draagt voor mens en planeet, zoals het model van ‘Caring Economics’.[21] Hier enkele suggesties die wellicht aanzetten kunnen geven voor de ontwikkeling van een nieuw economisch model voor de toekomst.

Mensbeeld

Vervang het paradigma van de “homo economicos”, het rationele individu dat puur eigenbelang nastreeft, door het paradigma van de “caring human being”, een meer holistisch mensbeeld van de zorgzame mens met gevoelens en interactieve relaties, die handelt op basis van vertrouwen, en zorgt voor zichzelf, de naasten en de omgeving. Niet de ‘ruilwaarde’ van de mens op de arbeidsmarkt is bepalend voor de positie van de mens in het economisch systeem, maar respect voor de mensenrechten is bepalend voor economisch handelen en geldt voor elk mens ongeacht leeftijd, sekse, capaciteit, achtergrond, kleur, etniciteit, religie, of andere identietiten.

Mensen zijn geen algoritmes. Het toe-eigenen van persoonlijke gegevens is een schending van de menselijke integriteit, en wordt daarom verboden. Mensen krijgen zelf controle over de eigen data, en bepalen zelf wat zij hiermee willen doen. Dit kan in feite nu al worden gerealiseerd met digitale IDs, die de privacy van gebruikers beschermt.

Economische waarden

Tijd en Milieugebruiksruimte worden de nieuwe economische waarden.

De prijs van producten wordt uitgedrukt in Milieugebruiksruimte (MGR). De aarde en de natuurlijke rijkdom wordt de basis voor het toekomstig duuzaam ruilsysteem, dat daardoor wordt gekoppeld aan de logica van een natuurlijk en sociaal cultureel systeem. Producten krijgen geen prijzen meer als op de markt, maar de waarde van een product of dienst wordt bepaald door de MGR om dit product of dienstverlening op de markt te brengen.

Met de overname van menselijke arbeid door robots en AI, wordt betaalde arbeid steeds minder relevant in het economisch systeem. Mensen krijgen steeds meer tijd voor zichzelf, en voor elkaar. Het onderscheid tussen betaalde en onbetaalde arbeid valt weg. Mensen zijn vrij hun leven te wijden aan de arbeid die het meest betekenisvol is in hun leven, zoals meer tijd aan zorg voor elkaar, kunst, cultuur, verbouwen van eigen groenten, muziek, spirituele ontwikkeling, etc. Economische groei wordt dan groei van de natuurlijke en menselijke rijkdom.

De levens-essentiële thuiseconomie

De scheiding tussen productie- en consumptiehuishoudingen valt weg. Dankzij technologische ontwikkelingen kan een groot deel van de economie worden gedecentraliseerd, zoals duurzame energie, 3-D geprinte gebruiksvoorwerpen, virtuele dienstverlening, entertainment en vele andere taken in de thuiseconomie, waarvan de lockdown al een voorproefje heeft gegeven. De levens-essentiële thuiseconomie wordt de nieuwe basis van de economie, die naast consumeren ook goederen en diensten aanbieden, terwijl de grotere bedrijven in dienst staan van de productie- en consumptiebehoeftes in de thuiseconomie.

Universeel Basisinkomen (UBI)

De enorme winsten die de Big Tech bedrijven nu boeken, en de uitputting van de aarde zijn te verklaren uit het feit dat het economisch systeem nog steeds opereert op basis van de oude paradigma’s uit de eerste en tweede industriële revolutie. De technologische veranderingen van de 4IR kan de levensstandaard van de hele mensheid verbeteren indien er een rechtvaardige verdeling komt van de bronnen van bestaan, gekoppeld aan de grenzen van de aarde. Elke aardbewoner krijgt een basisinkomen gebaseerd op een ‘Fair Earth Share’ (FES). Dat is gelijk aan de totale oppervlakte van productief land, gedeeld door het aantal inwoners[22].

Met de blockchain technologie wordt de ‘FES’ maandelijks verdeeld onder alle wereldbewoners. Banken worden overbodig. Het doel van het economisch handelen is het bevorderen dat de mensheid meer tijd krijgt voor het bouwen aan een gelukkiger leven, binnen de grenzen van hun “FES” gaan leven, en dat de technologische vernieuwingen hieraan bijdragen. Mensen die naast hun universeel basisinkomen extra MGR verwerven door betaalde arbeid, of door het produceren en verkopen van goederen en diensten, kunnen via een ingenieus fiscaal systeem dat via de block-chain loopt, MGR lenen van hen die onder de FES leven of ze kunnen worden belast door de overheid. Door het belastingsysteem wordt MGR overgeheveld naar de overheid, die deze kan investeren in sociale infrastructuur ter ondersteuning van de thuiseconomie, of in beleid ter bevordering van technologische ontwikkelingen gericht op de groei van natuurlijke en menselijke rijkdom en vermindering van MGR. Mensen die onder de het niveau van het FES leven, kunnen hun MGR in de blockchain tijdelijk uitlenen en opsparen voor de toekomst.

Democratie

Decentralisatie van de economie creëert meer mogelijkheden voor controle van productieprocessen op lokaal niveau. Participatieve democratie met zelfbestuur op lokaal niveau, is een belangrijk element van de inclusieve samenleving, die elke inwoner de kans geeft mee te beslissen over de eigen directe omgeving. Bottom-up participatieve democratie versterkt de representatieve parlementaire democratie. Controle over de sociale media ligt niet langer in handen van de CEOs van grote Mediabedrijven, maar komt onder democratische controle te staan, waarbij elke persoon de volledige zeggenschap krijgt over de eigen privé-gegevens.

Thera van Osch, World House, Wetten (Duitsland). 31 Januari 2021

Voetnoten en literatuurbronnen

[1] Onder de 4e Industriële Revolutie (4IR) verstaan we de transformatie van bedrijfsprocessen door toepassing van de nieuwste technologieën om de efficiency, de flexibiliteit, en winstgevendheid te vergroten. Het gaat om toepassing door de hele waardeketen van combinaties van nieuwe technologieën, waaronder: a) Kunstmatige intelligentie (AI — Artificial Intelligence): een technologie waarbij machines op basis van een grote hoeveelheid data en analyses kunnen redeneren, begrijpen, plannen, leren en denken als mensen; b) Robotisering: taken van mensen worden overgenomen door robots; c) Internet of Things (IOT): dingen die met internet zijn verbonden en gegevens kunnen versturen, zoals de GSM in de auto die de weg wijst, de smart phone, de slimme koelkast die de boodschappenlijst doorgeeft aan AH; d) 3D-printing: de machine die onderdelen en producten op maat produceert; e) Blockchain: een open technologie voor databases met gedecentraliseerde controle door het systeem. Alle computers verbonden met de blockchain controleren en registreren elke transactie op juistheid. De technologie wordt gebruikt voor overdracht van crypto-currency (bijv. Bitcoin), van waardepapieren, of data, en maakt centrale controle op transacties overbodig; f) Genetische manipulatie: het manipuleren van het DNA van planten, dieren en mensen om de soort te verbeteren; g) Virtual Reality (VR): deelnemen aan een virtuele realiteit die door de computer is gecreëerd, bijv. virtueel uittesten van operaties; h) Aumented Reality (AR): de computer vult de echte wereld aan met virtuele realiteit, zoals hologrammen van personen; i) Quantum Computing: Het gelijktijdig verwerken van verschillende variabelen en scenarios met intelligente en krachtige computers, die duizelingwekkende hoeveelheden van data en informatie met grote snelheid analyseren en vergelijken. De verwachting is dat AI gaat versnellen zodra deze technologie beschikbaar is

[2] Hermann Gossen (1810–1858) formuleerde de Eerste Wet van Gossen over het afnemend grensnut; bijvoorbeeld als je dorst hebt is het nut van het eerste glas water hoog, het nut van het tweede glas is al lager, en naarmate je meer glazen achter elkaar neemt daalt het grensnut van elk volgend glas. De Tweede Wet van Gossen gaat over nivellering van het grensnut, d.w.z. om met een gegeven inkomen een maximaal nut te bereiken zal de consument steeds kiezen tussen producten die dezelfde grensnutwaarde hebben.

[3] Zie ook: Irene van Staveren: Caring for Economics; An Aristotelian Perspective, Delft: Eburon, 1999.

[4] Thaler, R., 2015, Misbehaving; The Making of Behavioral Economics (W.W. Norton& Company) New York/London.

[5] New Economic Forum, online Davos Meeting, 18–29 January 2021. https://www.weforum.org/events/the-davos-agenda-2021/programme

[6] Johnson, Lauren, (2018), The US Department of Housing and Urban Development is blaming Facebook for ‘unlawful’ advertising tactics, In: Business Insider, 18 August 2018. https://www.businessinsider.nl/facebook-sued-by-us-department-of-housing-and-urban-developement-over-unlawful-advertising-tactics-2018-8/ .

[7] Zuboff, S. (2019). The age of surveillance capitalism. The fight for the future at the new frontier of power. London: Profile Books.

[8] De Standaard, Economisch Nieuws, België (28–01–2021): Facebook sluit 2020 af met 11 miljard dollar winst. https://www.standaard.be/cnt/dmf20210128_91572142

[9] Zuboff, S. (2019), ibid, pag. 87

[10] Zuboff, S. (2019), ibid, pag. 195

[11] Zuboff, S. (2019), ibid, pag. 201

[12] Zuboff, S. (2019), ibid, pag. 319

[13] Door specialisatie per land en ruil van bijvoorbeeld linnen uit Engeland tegen wijn uit Portugal kunnen beide landen een kostenvoordeel behalen, omdat ze efficiënter met arbeidstijd omgaan.

[14] Heinrich Gossen, 1854: Entwicklung der Gesetze des menslichen Verkehrs und der daraus fliessenden Reglen für menschliches Handeln. Hij was de eerste die de subjectieve waardeleer uitwerkte (zie voetnoot 1). Sinds 19e eeuw wordt de subjectieve waardeleer verder ontwikkeld door neoklassieke economen zoals W.S. Jevons (1835–1882), C. Menger (1841–1921) en L. Walras (1843–1910).

[15] Een voorbeeld hiervan is Kim Kardashian, die onverbloemd haar levensstijl publiek maakt via internet, en daardoor wereldwijd miljoenen volgers kreeg, waardoor ze een lucratieve online business in cosmetica kon opzetten. Forbes’ deelt Kim Kardashian in bij America’s self-made women, en schat haar Netto Waarde (per 13 oct. 2020) op US$ 780 miljoen. https://www.forbes.com/profile/kim-kardashian-west/?sh=340a156a41d6

[16] De participatiewet onderscheidt 6 treden van de maatschappelijke ladder. Pas als je een betaalde baan hebt sta je boven op de maatschappelijke ladder: Trede 1 = geïsoleerd; trede 2 = sociale contacten buiten de deur; trede 3 = deelname aan georganiseerde activiteiten; trede 4 = onbetaald werk; trede 5 = betaald werk met ondersteuning; trede 6 = betaalde baan.

[17] Sommige banen verdwijnen door robots. Bedrijven zouden over die robots belasting moeten betalen, zegt Bill Gates. https://www.youtube.com/watch?v=nccryZOcrUg

[18] Deze situatie is een goede voedingsbodem voor samenzweringstheorieën, zoals ook in andere tijdperken met grote maatschappelijke omwentelingen het geval was.

[19] Een stukje geschiedenis: Eind 18e eeuw: Eerste industriële revolutie door uitvinding van de stoommachine, die mens- en dierkracht verving door water- en stoomkracht. Eind 19e eeuw: Tweede industriële revolutie door uitvinding van elektriciteit, radio, telegrafie, en opkomst van de olie-industrie, waardoor massaproductie kon ontstaan. Eind 20e eeuw: Derde industriële revolutie door ontwikkeling en globalisering van computers, informatie- en communicatietechnologie (ICT). Momenteel: Ontluiking van de Vierde Industriële Revolutie, die met een combinatie van nieuwe kunstmatige intelligentie technologieën zal leiden tot een omvangrijke transformatie van de samenleving.

[20] Betti, F., Enno de Boer, Yve Giraud, (2020), The Fourth Industrial Revolution and manufacturing’s great reset, McKinsey & Company, September 13, 2020. Retrieved from internet January 31, 2021. https://www.mckinsey.com/business-functions/operations/our-insights/the-fourth-industrial-revolution-and-manufacturings-great-reset?cid=other-eml-alt-mip-mck&hdpid=89d4d171-8c71-477b-8281-fb3482549a15&hctky=11900729&hlkid=42f09df38a1c4a729124b6b5f922adc9

[21] Van Osch, Thera, (2013), Towards a Caring Economic Approach. https://oqconsulting.eu/wp-content/uploads/2020/04/The-Economy-of-Care.pdf

[22] Momenteel wordt dit geschat op 1,45 hectare productief land en 0,55 hectare zoet water per aardbewoner.

Sign up to discover human stories that deepen your understanding of the world.

Free

Distraction-free reading. No ads.

Organize your knowledge with lists and highlights.

Tell your story. Find your audience.

Membership

Read member-only stories

Support writers you read most

Earn money for your writing

Listen to audio narrations

Read offline with the Medium app

Thera Van Osch
Thera Van Osch

Written by Thera Van Osch

Mother, grandmother, economist, feminist, pacifist, gender expert, entrepreneur, international consultant, trainer, researcher, writer.

Responses (21)

Write a response